Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen namen zij Jeremia en wierpen hem in den [12]kuil van Malchia, den zoon van [13]Hammelech, die in het voorhof der bewaring was, en zij lieten Jeremia af met zelen; in den kuil nu was geen water, maar slijk; en Jeremia zonk in het [14]slijk. 12. Zoekende hem heimelijk om hals te brengen. 13. Of, des konings; gelijk boven hfdst.36 vs.26. 14. Vergelijk Ps.69:3, en Ps.40:3.